Een nieuwe kijk op de energietransitie
In gesprek met de schrijvers van het UWV magazine vertellen Albert en Soe over de succesformule van TvT en hoe dat van waarde is voor organisaties in de energietransitie.
Talent voor Transitie begeleidt beginnende professionals die zich richten op de energietransitie. Soe van Dijk was trainee bij Talent voor Transitie. Ze werkt nu bij de Topsector Energie waar ze zich met de thema’s systeemintegratie en digitalisering bezighoudt. Ze kwam ‘bij toeval’ bij Talent voor Transitie.
Wij hebben andere ideeën, een andere benadering
‘Ik wilde altijd iets doen met energie en duurzaamheid. Tijdens mijn bachelor Europese Studies en master Internationale Politieke Economie werd die behoefte steeds meer aangewakkerd. Omdat ik nog niet wist waar ik in de energiesector wilde werken, ben ik gaan googelen op ‘energie + traineeship’ en kwam zo bij Talent voor Transitie terecht.
De organisatie hielp mij aan mijn eerste baan bij woningbouwcorporatie De Alliantie. Ik was als projectmanager lid van het programmateam Duurzaamheid. Daarna ben ik gaan werken voor de Topsector Energie, het samenwerkingsplatform dat innovaties voor de energietransitie stimuleert door samenwerkingen met decentrale overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Ik houd me in het bijzonder bezig met systeemintegratie en digitalisering. Hoe kunnen de vele innovaties in de industrie, gebouwde omgeving en wind op zee bij elkaar komen in één digitaal energiesysteem?
Talent voor Transitie is voor mij een geweldige springplank. Ik ben als trainee meteen actief in het werkveld en daar krijg ik energie van. Ik bouw al een netwerk op. Bovendien is het fijn dat je in deze fase ook kunt bekijken en ervaren wat je het beste ligt. Je kunt altijd wisselen. Daarbij word je heel goed begeleid aan de hand van intervisiesessies en trainingen.
Ik maak deel uit van een generatie jongeren die nu midden in die energietransitie zit. Ouderen in deze sector denken en doen dikwijls nog in het systeem van fossiele bronnen. Dat heb ik niet – wij hebben andere ideeën, een andere benadering. Ik stel altijd vragen. ‘We doen het nu wel zo, maar is dat wel de beste manier?’ Een frisse blik werkt bij een complexe onderneming als de energietransitie vaak heel goed.
Een nieuwe generatie staat op
Oprichter Albert Bloem vertelt over de filosofie achter het tweejarige ontwikkeltraject, waarin het accent ligt op ‘energiekennis en professionele en persoonlijke groei.’ ‘Ik heb bij twee energiebedrijven gewerkt. Onze energiemarkt is robuust, betrouwbaar en efficiënt, maar weinig gevoelig voor verandering en experiment. Terwijl we voor grote uitdagingen staan. Nu zijn we gekoppeld aan grote energiecentrales – straks worden Nederlandse huishoudens kleine energiecentrales met zonnepanelen op het dak en windmolens om de hoek. Dat vergt een andere manier van denken en doen.
We zijn vijf jaar geleden begonnen met Talent voor Transitie. We verbonden de ontwikkelvraag van studenten aan de hulpvraag van opdrachtgevers. Onze startende professionals – ze komen van het HBO, de universiteit of zijn al ervaren in de energiewereld – vormen een community van 80 professionals met 20 meewerkende bedrijven, die is gegrondvest op ontwikkeling en samenwerking. Zij willen impact maken, hun ideeën over energietransitie vormgeven. Bovendien kent Nederland veel hoogopgeleide vluchtelingen die eenzelfde hulpvraag hebben als Nederlandse starters. Die omarmen wij ook. Ons doel is een constante toestroom te creëren van talent met hart voor energietransitie.
Onze medewerkers zijn divers: van studies als culturele antropologie, politieke wetenschappen tot technische natuurkunde. Wat ze gemeen hebben is de intrinsieke motivatie om het anders te doen. Mensen moeten onbevangen zijn, in staat zijn buiten de kaders te denken. Er niet voor terugschrikken de traditionele energieketen op z’n kop te zetten. Vrijmoedigheid is daarbij, vind ik, een grotere deugd dan ervaring. Ik ben oprecht trots dat we al 100 talenten, super gemotiveerde jongens en meiden, aan het werk hebben gekregen met een andere kijk op hoe we in de nabije toekomst om moeten gaan met het energievraagstuk.’
Bron: UWV Magazine